Buiten het feit dat er een wettelijke verplichting is om bijvoorbeeld huurwoningen energiezuinig te maken en te verduurzamen, heeft dit uiteraard ook tal van voordelen. Denk op de eerste plaats aan de kostenbesparing maar ook aan een hogere veiligheid (beglazing) en het positieve effect op het milieu. Daarnaast zal het verduurzamen van een pand een verbetering van het comfort met zich meebrengen.
Van de andere kant kan het verduurzamen ook nadelige effecten hebben. Isoleren zonder dat de juiste aanvullende maatregelen genomen worden, kan zorgen voor vochtvorming. Vocht veroorzaakt allerlei problemen, zoals natte plekken op muren, houtrot en schimmelvorming. Een vochtig gebouw voelt bovendien koud aan en trekt ongedierte aan.
Uit onderzoek blijkt verder dat de luchtkwaliteit in woningen soms tweemaal zo ongezond is
als de buitenlucht. Een slecht binnenklimaat wordt steeds vaker genoemd als oorzaak van allerlei gezondheidsklachten. Denk aan hoofdpijn, slaapproblemen, huidklachten en aandoeningen aan de longen (astma).
Aangezien we tegenwoordig meer dan 90% van de tijd binnen zijn, is het belangrijk om daar aandacht aan te schenken. Goed ventileren is dan ook een noodzaak. Ventileren voorkomt niet alleen dat de lucht in de woning te vochtig wordt, maar zorgt er ook voor dat de woning wordt gezuiverd van schadelijke stoffen die zich in de lucht ophopen. Zoals radon en formaldehyde, die worden afgegeven door bouwmaterialen. Maar ook huisstof en stoffen die mensen zelf in de lucht brengen door te roken, te koken of door een kaars te branden.
Voor een gezond en comfortabel binnenklimaat zijn – naast duurzaamheidsmaatregelen – ook andere zaken van belang. Denk bijvoorbeeld aan het toepassen van biologische schoonmaakmiddelen en natuurlijke producten in de woning (vloer, verf) die geen giftige dampen afgeven.
Tijdens de training komt onder andere aan de orde:
- duurzaam en energiezuinig bouwen en het tegengaan van mogelijke negatieve gevolgen voor het leefklimaat;
- het belang van het gebruik van duurzame en natuurlijke producten;
- wijze van aansluiten van een rookgasafvoer;
- de beïnvloeding van bewonersgedrag;
- ventilatie: belang, capaciteit, en soort (mechanisch en/of natuurlijk);
- filteren van lucht (fijnstof, VOS)
- voorkomen en oplossen van vochtproblemen;
- gebruik van de juiste materialen;
- gebruik van afbreekbare schoonmaakmiddelen.